Ilse Vandenbussche
Ilse Vandenbussche studeerde fotografie in Gent en theaterkostuumontwerp aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Sinds 1993 werkt ze nauw samen met regisseur Luk Perceval. Met de Blauwe Maandag Cie. realiseerden ze de Shakespeare marathonvoorstelling Ten Oorlog, die ook de Salzburger Festspiele aandeed in de Duitstalige versie Schlachten. Sinds 2000 heeft Vandebussches carrière een internationale vlucht genomen. Opmerkelijke producties waren Troilus und Cressida (Shakespeare) en Kleiner Mann, Was Nun? (Fallada) met de Münchner Kammerspiele en de trilogie Liebe,Geld,Hunger (naar Zola) met Thalia Theater, Hamburg en in samenwerking met de Ruhrtriennale. Belangrijke engagementen waren er bij de Schaubühne Berlin,
het Berliner Ensemble, het Burgtheater en het Volkstheater in Wenen, La Comédie de Genève en het Grand Théâtre de Genève met Die Entführung aus dem Serail (regie: Luk Perceval). Voor Trilogien (Jon Fosse) aan het Det Norske Teatret in Oslo won Vandenbussche de Heddaprisen voor beste kostuumontwerp. Naast haar samenwerking met Luk Perceval waren er artistieke samenwerkingen met Guy Cassiers, Johan Simons, Dimiter Gotscheff, Olympique Dramatique en Peter Verhelst. In Opera Ballet Vlaanderen werkte Vandenbussche mee aan de creatie van Infinite Now (Czernowin) en in NTGent aan de trilogie The Sorrows of Belgium (Black, Yellow, Red), telkens in regie van Luk Perceval. Ze was gastdocente kostuumontwerpen aan het KASK Gent en aan de theaterkostuumafdeling van de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.