
Vaslav Nijinski
Vaslav Nijinski was een legendarisch danser en choreograaf (1889? - 1950). In 1900 begon hij zijn opleiding aan de school van het Mariinski-ballet in Sint-Petersburg en op 18-jarige leeftijd danste hij er al hoofdrollen. Hij was beroemd vanwege zijn hoge sprongen. Een belangrijk moment voor de carrière van Nijinski was in 1909 zijn ontmoeting met Serge Diaghilev, die in Parijs grote Russische exposities en concerten organiseerde. Hij nam hem op in zijn nieuwe balletgezelschap Ballets Russes, waar hij samen met Anna Pavlova een leidende rol kreeg.
Rond zijn twintigste was Nijinski een gevierde ster. Na Parijs en de rest van Europa veroverden de Ballets Russes ook de Verenigde Staten. Een beroemde rol van Nijinski was die van de marionet Petroesjka in het gelijknamige ballet van Igor Stravinsky. Legendarisch was ook de gigantische sprong waarmee Nijinski aan het einde van de korte solo Spectre de la Rose de coulissen in sprong. Diaghilev spoorde Nijinski aan om ook zelf balletten te gaan maken. In 1912 creëerde Nijinski Prélude à l'après-midi d'un faune met muziek van Claude Debussy. In 1913 volgden Jeux (een spel van drie mannen op een tennisbaan) en Le sacre du printemps, op muziek van respectievelijk Claude Debussy en Igor Stravinsky. Na Nijinski's huwelijk werd hij door Diaghilev ontslagen, maar drie jaar later liet hij hem al opnieuw choreograferen en dansen op Amerikaanse tournee in een nieuw stuk: Tijl Uilenspiegel op muziek van Richard Strauss (1916). In 1919 kwam een definitief einde aan de carrière van Nijinski, toen er schizofrenie bij hem werd vastgesteld.
Rond zijn twintigste was Nijinski een gevierde ster. Na Parijs en de rest van Europa veroverden de Ballets Russes ook de Verenigde Staten. Een beroemde rol van Nijinski was die van de marionet Petroesjka in het gelijknamige ballet van Igor Stravinsky. Legendarisch was ook de gigantische sprong waarmee Nijinski aan het einde van de korte solo Spectre de la Rose de coulissen in sprong. Diaghilev spoorde Nijinski aan om ook zelf balletten te gaan maken. In 1912 creëerde Nijinski Prélude à l'après-midi d'un faune met muziek van Claude Debussy. In 1913 volgden Jeux (een spel van drie mannen op een tennisbaan) en Le sacre du printemps, op muziek van respectievelijk Claude Debussy en Igor Stravinsky. Na Nijinski's huwelijk werd hij door Diaghilev ontslagen, maar drie jaar later liet hij hem al opnieuw choreograferen en dansen op Amerikaanse tournee in een nieuw stuk: Tijl Uilenspiegel op muziek van Richard Strauss (1916). In 1919 kwam een definitief einde aan de carrière van Nijinski, toen er schizofrenie bij hem werd vastgesteld.