Thema
Tempus Fugit en FUTUR PROCHE vormen een tweeluik binnen deze voorstelling. Op het eerste zicht lijken de twee balletten niet bij elkaar te passen, maar in essentie zijn ze twee zijden van dezelfde munt: beiden balletten stellen tijd centraal, maar de ene focust op de verleden tijd en de ander op de toekomende tijd. Tempus Fugit kijkt namelijk terug op gebeurtenissen en momenten, terwijl FUTUR PROCHE vooruit kijkt.
De Latijnse benaming Tempus Fugit staat voor de tijd die vliegt. Choreograaf Johan Inger toont met zijn dans hoe een koppel omgaat met het verliezen van een geliefde en focust op de verschillende rouwfasen die daarmee gepaard gaan: ontkenning, woede, angst, rusteloosheid, die uiteindelijk uitmondt in acceptatie. De voorstelling toont de emoties van terugverlangen en vooruitgaan in een choreografie die uitgevoerd wordt in paren. Dat de tijd vliegt, wordt geïmpliceerd door de verschillende dansers die datzelfde verliefde koppel voorstellen, maar dan in flarden van herinneringen. Daarnaast geven de bewegingen hetzelfde verloop van de tijd weer doordat de dans met de klok mee wordt uitgevoerd.