Muzikale alchemie
‘Ik heb een grote fascinatie voor hoe Mozart schrijft voor de menselijke, en dan vooral de vrouwelijke stem. Wellicht heeft Mozart zijn beste werk geschreven voor opera. Je zou zelfs kunnen zeggen dat Mozart heel zijn leven alles in het werk heeft gesteld om opera’s te kunnen schrijven. Daar passen ook zijn concertaria's in: losse aria’s – soms bijna mini-opera’s – die dienden om te tonen wat hij kon. Vaak schreef hij ze op het lijf van zangers van wie hij erg hield en van wie hij het kunnen – technisch virtuoos, maar ook qua uitdrukkingskracht – wilde inzetten en wellicht ook oprekken.’
‘In Così fan tutte, geschreven een jaar voor zijn dood, zie je Mozart op z’n best. Daar komt alles samen: de manier waarop hij met muzikale middelen de complexiteit van de menselijke ziel bevraagt en met veel empathie analyseert, is ongezien. Luister bijvoorbeeld naar ‘Soave sia il vento’ uit de eerste akte: de mannen vertrekken zogezegd naar de oorlog en de koppels nemen afscheid. Wat Mozart daar muzikaal doet met een relatief banale tekst, hoe hij een subtekst hoorbaar maakt van weemoed en verdriet omwille van de scheiding, maar misschien ook van het plezier van verlangen, is magisch.’
‘Het laatste woord van die aria – ‘desir’ – valt op een akkoord dat aan alle kanten kraakt. Hij zet net daar de harmonie op spanning, rekt die spanning op, stelt de oplossing uit. Dat is fenomenaal. Je zou het muzikale alchemie kunnen noemen, hoe hij uit tekstueel lood muzikaal goud maakt, het schijnbaar banale verheft tot iets existentieels, bijna transcendents. Of luister naar de aria ‘L'ho perduta, me meschina’ uit Le nozze di Figaro. Dat meisje is haar ring verloren in het gras, dat is het. Maar dat wordt in de handen van Mozart een existentiële meditatie over wat verlies betekent.’