'Mahagonny is één grote uitnodiging om mee te dansen en te zingen'
do 14 jul 2022
Het operaseizoen 22-23 trappen we af met Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny van Kurt Weill en Bertolt Brecht in een regie van Ivo van Hove. Onze eigenste muziekdirecteur Alejo Pérez neemt plaats op de bok – en heeft daar nu al zin in. ‘Mahagonny is één grote uitnodiging om mee te dansen en te zingen. De muziek lokt onverbiddelijk lichamelijke reacties uit.’
‘Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny is het resultaat van een van die uitzonderlijke samenwerkingen tussen een componist en een auteur-librettist die de muziekgeschiedenis rijk is. Naast Mozart en Da Ponte, Verdi en Boito, Strauss en Von Hofmannsthal vormden ook componist Kurt Weill en auteur en filosoof Bertolt Brecht zo’n legendarische tandem. '
Het duo Brecht-Weil wilde met Mahagonny een verhaal vertellen waarin het publiek kritisch zou gaan nadenken en een eigen standpunt zou innemen tegenover het opgevoerde spektakel. Hun zogenaamde episch theater is daarom doorspekt met onderbrekingen en in een erg directe taal geschreven.
Weill en Brecht zetten ook het wapen van de satire in.
Klopt, en dat satirische element zit niet alleen in de tekst maar ook in de muziek. Weill kiest voor een erg eigentijdse muzikale taal die het publiek van de late jaren twintig, wanneer de opera gecomponeerd werd, meteen zou aanspreken. Ze zit vol muzikale quotes, ook uit de klassieke muziek. Mahagonny vertelt het verhaal van een zekere Jim Mahoney die terechtkomt in een stad die door drie criminelen gesticht is in de woestijn en waarin alles draait rond lust en vertier. Dat loopt natuurlijk faliekant af en de opera besluit met het proces en de veroordeling van Jim door de maatschappij wegens geldgebrek. Weill knipoogt hierbij naar de barokmuziek en de Passieverhalen zoals van Johannes Sebastian Bach. Hij verwijst ook naar Wagner en er zijn quotes uit Der Freischütz van Carl Maria von Weber. De invloed van jazz en ragtime, de muziek die kwam overwaaien uit de Verenigde Staten, is onder meer te merken in de orkestratie. Er spelen instrumenten mee die niet klassiek tot het operagenre behoren, zoals saxofoon, banjo, citer, bandoneon en Hawaiiaanse gitaar.
Wat ik vooral boeiend vind, is hoe hij refereert aan het opkomende medium van zijn tijd: de radio. De opera gaat niet op natuurlijke wijze over van de ene scène in de volgende. Er worden vaak grote sprongen gemaakt in het verhaal, die onder meer door ingelaste radioboodschappen overbrugd worden. Je zou het een cinematografische manier van vertellen kunnen noemen.
Klinkt eclectisch allemaal...
Dat is het, maar het is vooral ook heel veel fun. Mahagonny is één grote uitnodiging om mee te dansen en te zingen. De muziek lokt onverbiddelijk lichamelijke reacties uit. Het is niet alleen een invitatie voor het brein. Weill trekt ook niet al die muzikale quotes uit de kast om zijn kunnen te etaleren en om te pronken. Het is niet zijn bedoeling een postmoderne collage te maken, de knipogen hebben ook een functie en een inhoud in het verhaal.
Mahagonny wordt ook een nummeropera genoemd, waarin de verschillende aria’s en ensembles zijn uitgewerkt als min of meer zelfstandige ‘songs’. Enkele daarvan, zoals de Alabama Song, hebben een tweede leven gekregen in de popmuziek en werden gecoverd door artiesten zoals David Bowie en The Doors.
Wat een bewijs is van de intrinsieke kwaliteit van Weills muziek. Als je er als klassieke componist in slaagt om met je liederen de operamuren open te breken en tot de populaire cultuur te gaan behoren, ben je een hele grote.
Lees meer over de Alabama Song
Beluister Mahagonny op Spotify
Beluister Mahagonny op Youtube
Het volledige interview met Alejo Pérez kan je lezen in het magazine
Foto © Filip Van Roe