'Ik wilde het werk uit zijn opera-utopie halen en opnieuw reëel maken, de werkelijkheid terug in de kunst krijgen. Dat is de taak van de kunstenaar, zo kan kunst de wereld veranderen.'
Milo Rau
Kunstenaars hebben de neiging in hun werk de gewelddadige werkelijkheid te dramatiseren en te esthetiseren, waardoor die werkelijkheid in zijn echtheid afzwakt en buiten gehouden wordt. In La clemenza di Tito gebeurt net hetzelfde: de opera vertelt het verhaal van machtsspelletjes onder de elite die kunnen leiden tot staatsgrepen, terwijl de inwoners van Rome kreunen onder het geweld en hun stad brandt. Vertaal dat naar de tijd van Mozart en je krijgt een verhaal dat, aan de hand van de tolerantie van de verlichte Titus, de gewelddadige Franse Revolutie domesticeert en esthetiseert. In mijn regie onderzoek ik hoe dit fenomeen vandaag optreedt en voeg ik een meta-kritische laag toe door de utopische en de werkelijke wereld met elkaar te verbinden. Aan de ene kant zie je een museum op de scène, de utopische en geësthetiseerde ruimte van de heersende elite. Aan de andere kant toon ik de werkelijke ruimte van de onderworpenen in de vorm van een vluchtelingenkamp. Geen acteurs, maar mensen die in de reële wereld rond het operahuis zijn gestrand op zoek naar een betere toekomst, bevolken de plek.
De toevoeging van die werkelijke ruimte vernietigt de safe space van Titus en zijn elitevrienden. Op die manier wordt La clemenza di Tito een vorm van zelfkritiek van de geëngageerde kunstenaar: ben ik als maker niet zelf zo’n Titus, een blaaskaak die de koude wereld in een fijne ruimte voorstelt, ze esthetiseert en er ook nog van leeft? Ik beschouw mijn versie van Mozarts opera daarom ook als manifest. De deconstruerende denkoefening die ik gedaan heb, geldt voor mij als the way to go om met opera’s om te gaan en ruimte te scheppen voor meerstemmigheid. We moeten de uitdaging aangaan om opera, de kunstvorm bij uitstek van de utopische leugens, te verbinden met de werkelijkheid. Door te knippen in de muziek en de tekst aan te passen, bijvoorbeeld. Of door niet-professionelen, een plaats te geven naast de professionele zangers en muzikanten. Het manifest dat ik voor NTGent opstelde, lijkt beter te rijmen met het operagenre dan aanvankelijk gedacht, maar dat heeft drastische gevolgen voor het eindproduct: mijn Clemenza strookt allesbehalve met de operatraditie zoals we ze kennen.
Post-opera?
Door de opera-utopie te doorprikken en Mozarts werk te demonteren, ervaren vele operakenners en -critici mijn La clemenza di Tito als destructief. Ze beschouwen mijn regie als het einde van de opera, een post-opera die respectloos voorbij de regels van het genre treedt. In vergelijking met wat ik in het theater doe, heb ik me uit respect voor de muziek, de zangers en de muzikanten nochtans ingehouden. Zij hebben me tijdens het repetitieproces een nieuwe logica achter scholing en professionaliteit in de podiumkunsten doen ontdekken. Zoals topvoetballers uit de favela’s opklimmen, kan de dochter van een poetsvrouw zich ontpoppen als een topzangeres, door de grote aandacht voor talent binnen de operawereld. Op en rond een operapodium vormt zich een verzameling aan mensen die talent en passie hebben en jarenlang de tijd namen om zich in hun expertise te ontwikkelen, een frisse vorm van collectiviteit die nodig is om überhaupt tot een eindproduct te komen en waar ik alleen met ontzag naar kan kijken. Ikzelf kan bijvoorbeeld helemaal geen noten lezen, maar er zijn voldoende anderen aanwezig die me met veel plezier en respect daarin kunnen bijstaan.
De openheid voor ieders talent heeft me geraakt en leidde tot een verzoening met de burgerlijkheid van professionaliteit, het operapubliek en het genre an sich. Ik ben door te werken aan La clemenza di Tito verliefd geworden op opera. De snelle en rationele werkwijze die je als maker dwingt op voorhand te reflecteren, spreekt me enorm aan. De collectiviteit rond een operaproductie is hartverwarmend. Met grote nederigheid kijk ik naar de fabriek van mensen die aan een voorstelling werkt. De samenkomst van verschillende facetten, de parallelliteit van muziek en handeling en het spanningsveld dat ontstaat wanneer je oude werken op een nieuwe manier brengt, intrigeren me. Ik heb geleerd het manifest dat ik voor NTGent schreef op een andere, genuanceerdere manier te benaderen. Er zit toekomst in opera, op voorwaarde dat we klassiekers durven te demonteren en naast nieuw werk durven te plaatsen. Op die manier kan opera meerstemmig zijn en minder voordehandliggende verhalen vertellen. Zo kunnen we werken aan andere representatievormen, de beeldpolitiek van wat op de scène te zien is veranderen en de reële wereld in de kunsten integreren. Dat is de essentie van mijn artistieke visie en praktijk, de geest van mijn manifest.
Ontdek La clemenza di Tito