- Opera
- Het Ritueel
- Interview
Het ritueel van Ana Naqe
door Ilse Degryse, wo 24 jul 2024
De van oorsprong Albanese sopraan Ana Naqe wordt de komende maanden kind aan huis bij OBV. Niet enkel vertolkt ze de hoofdrol in Madama Butterfly, afwisselend met haar collega Celine Byrne. Ana Naqe zingt en acteert daarnaast in de wereldcreatie Barzakh.
Op een zware rol zoals Cio-Cio-San in Madama Butterfly bereid ik me meer dan een jaar voor. Ik begin met het libretto goed te lezen. Ik raadpleeg ook andere bronnen, over Japan in de tijd van Puccini, de relatie met Amerika etcetera… Studiewerk dus. Voor het zingen focus ik me aanvankelijk op de voor mij moeilijkste stukken, zoals de tweede akte. Ik laat me daarbij begeleiden door de Albanese pianiste en dirigente Elda Laro, die de beste is in haar vak. Ze is een reusachtige hulp. Daarnaast heb ik een persoonlijke zangcoach, om aan technische aspecten te werken.
Het Italiaans plaatst me gelukkig niet voor extra moeilijkheden, het is als een moedertaal voor me. Ik ben geboren in Albanië en spreek zeven talen. Hoe dat komt? Albanees is een erg moeilijke taal met 36 letters. Het is geen Romaanse of Slavische taal maar zit samen met onder meer het Hongaars in een aparte taalgroep. Daardoor leren Albanezen makkelijk nieuwe talen. Spaans, Italiaans en Engels heb ik opgepikt van tv. Frans en Duits heb ik op school geleerd. En dan is er natuurlijk het Nederlands. Dat heb ik hier, in Leuven, geleerd. Dat was wel erg moeilijk in het begin…
Als tiener kwam ik al geregeld naar België, in het kielzog van een Belgische pater die in het communistische Albanië de eerste katholieke parochie had opgericht en er ontwikkelingswerk deed. Hij introduceerde me bij welstellende families hier en in Duitsland. Ik gaf concerten voor hen om fondsen te werven voor mijn land. Die families ben ik diep dankbaar. Dankzij die concerten heb ik ook kunnen sparen om aan het Lemmens Instituut viool en zang te studeren en een Duitse familie schonk me een fantastische viool uit haar erfenis.
‘Pas met de geboorte van mijn zoon Ilia – wat vrijheid betekent – won ik mijn trots en eigenheid terug. Eindelijk had ik hier een familie en een thuis!’
De eerste twee jaren in Leuven waren enorm zwaar. Ik was hier helemaal alleen, terwijl ik in Albanië in een grote en hechte familie met drie zussen ben opgegroeid. Het eerste jaar had ik ook geen visum en was ik hier dus illegaal. Dat visum zou ik pas krijgen als ik in het eerste jaar geslaagd was, wat een grote druk op me zette. De lessen waren in het Nederlands en ik verstond er in het begin geen woord van. Gelukkig heb ik altijd lieve mensen op mijn pad ontmoet die me gesteund hebben, zoals mijn lerares Lieve Jansen.
Nadat ik mijn diploma had gehaald, stond ik voor een moeilijke keuze: of teruggaan naar Albanië en zingen in de opera van Tirana, of hier blijven, ver weg van mijn familie, en mijn eigen weg gaan. Ik koos voor mijn vrijheid en mijn carrière maar heb daar grote opofferingen voor moeten brengen. Albanië is nog altijd geen lid van de EU. Zo hebben mijn ouders mijn huwelijk gemist omdat ze geen visum kregen. Mijn moeder is hier pas in 2018 voor de eerste keer geweest. Dat is iets wat ik herken in Cio-Cio-San. Zij kiest voor de liefde voor haar man, tegen de wil van haar familie in, al weet ze dat ze daar een zware prijs voor betaalt.
Butterfly moet ook haar kind afgeven en ook dat raakt aan mijn eigen leven. Ik ben voor mijn carrière vaak in het buitenland, het hele afgelopen seizoen heb ik bijvoorbeeld grote rollen in Duitsland gezongen. Mijn zoon, die nu 16,5 is, wilde hier in België bij zijn vader blijven. Duitsland is natuurlijk niet ver en ik kon om de week wel naar hier komen, maar het is toch een zwaar jaar geweest.
Ik heb lang het gevoel gehad dat ik geen ruggengraat had hier in België. Ik probeerde zo Belgisch mogelijk te zijn en niet op te vallen. Mijn vurige Albanese aard verstopte ik. Pas met de geboorte van mijn zoon Ilia – wat vrijheid betekent – won ik mijn trots en eigenheid terug. Eindelijk had ik hier een familie en een thuis! Vanaf dat moment heb ik ook mijn Albanese identiteit omarmd. Albanië heeft zo’n rijke cultuur, we zijn ouder dan de Grieken… Het is een rijkdom die ik wil doorgeven aan mijn zoon.
Ik kijk er erg naar uit om vijf maanden bij OBV te gast te zijn, voor Madama Butterfly en Barzakh. Het voelt als thuiskomen want intussen woon ik al langer in België dan in Albanië. Daar noemen ze me ‘het Belgische meisje’. Op de voorstellingen bereid ik me voor door eerst en vooral goed te slapen en op de dag zelf doe ik yoga- en stemoefeningen. Ik kom op tijd naar de opera, want ik wil me niet opjagen. Ik verwacht dat ik de eerste tien minuten op de scène wel zenuwachtig zal zijn. Maar dan zal de stress van me af vallen en zal ik me verliezen in het zingen en het acteren. Ik heb er altijd van gedroomd om hier, in mijn thuisstad, zo’n grote rol te zingen. Mijn familie en mijn vrienden zullen in de zaal zitten. Het wordt magisch.
Foto / Diego Franssens