Het ritueel van Thomas Blondelle

door Eline Hadermann, vr 24 nov 2023

Thomas Blondelle 13 Photo by Simon Pauly

Thomas Blondelle is een operaster van eigen bodem. Binnenkort betreedt hij het podium van Opera Ballet Vlaanderen in de dubbelrol van Göbbler en Peiper in de wereldcreatie Brodeck. Welke rituelen koestert hij tijdens het creatieproces voor een gloednieuwe opera?

‘Een wereldcreatie zoals Brodeck is altijd een spannend proces. Alle kunstenaars die betrokken zijn, van componist en librettist tot zanger en dirigent, moeten nog uitvissen waar het stuk precies naartoe gaat. De manier waarop ik zo’n partituur instudeer en me zulke rollen eigen maak, verschilt dan ook enorm van de rituelen die ik normaal heb voor een bestaand stuk. Bij een repertoire-opera grijp ik meestal naar een dvd- of cd-opname die me het hele plaatje geeft. Die luxe heb je niet bij een stuk dat je zelf nog moet creëren. Maar misschien is het net fijn om van die luxe beroofd te zijn. Mijn rol in de productie is nu nog een blanco blad, en zo ook de partituur in zekere zin. Het creatieve luik wordt daardoor alleen maar groter.’

‘Ik begin met me eerder praktische vragen te stellen: wat is het lievelingsgerecht van die mensen? In wat voor huis wonen ze? In wat voor auto zouden ze rijden?’


‘Bij een nieuwe opera lees ik het stuk vaak door, maar dan eerder als een libretto dan als een muziekstuk. Dat vind ik op zich al een erg interessante bezigheid, omdat je bij libretto’s meteen het vocale perspectief voelt van waaruit de schrijver heeft gedacht. Tijdens het lezen begin ik vooral een idee te vormen over mijn rol, maar niet op een psychologisch of diepgaand analytisch niveau. Ik begin met me eerder praktische vragen te stellen: wat is het lievelingsgerecht van die mensen? In wat voor huis wonen ze? In wat voor auto zouden ze rijden? Het is alsof ik een teddybeer met wol aan het opvullen ben. Ook al lijken het misschien banale, nutteloze vragen, ik geloof er enorm in dat ik nadien, dankzij die zeer praktische achtergrond die ik aan mijn personages heb gegeven, veel creatiever kan zijn in de repetitieruimte. En heeft de regisseur een interpretatie die haaks staat op de mijne, dan nog is die denkoefening geen verloren werk geweest. Ik heb mijn vrijheid als zanger gebruikt om een personage tot leven te wekken. Dat is een ongelooflijk mooi en nuttig proces.’

‘De vrijheid die ik ervaar bij zo’n creatieproces van een nieuw werk probeer ik ook wel toe te passen op rollen uit bekende opera’s. Na het bekijken en/of beluisteren van de opname, is het weldegelijk aan mij om mijn rol te construeren – zangers zijn meer dan een simpel doorgeefluik. Het idee dat je een bepaalde rol niet meer zou moeten instuderen omdat je ze al zo vaak hebt gezongen, heb ik trouwens nooit begrepen. Wat een voorrecht is het toch om telkens opnieuw van nul te beginnen, alsof die rol een even onbeschreven blad is.’

‘Zowel interpretatief als muzikaal-technisch geniet ik ervan back to basics te gaan. Tijdens drukke periodes hol je vaak van project naar project, waardoor je al blij bent dat je alle partituren op tijd krijgt ingestudeerd en je fysiek tot alle rollen in staat bent. Maar wanneer de agenda het toelaat, maak ik er echt een gewoonte van even terug te keren naar pure zangtechniek. Dan waan ik me weer een zangstudent door de beginnersaria’s en -vocalises te hernemen. Technisch de puntjes op de i zetten is ook absoluut noodzakelijk wanneer je hedendaagse klassieke muziek instudeert. Je moet een complexe partituur in je stemgeheugen krijgen en dan is het echt aangewezen om even met de fijne kam door moeilijke passages te gaan. Gelukkig schrijft componist Daan Janssens met enorm veel voeling voor het operagenre én voor de menselijke stem, dat is niet altijd een gegeven.’

‘Ik kijk er ontzettend naar uit op het podium te staan met dit werk. Ik voel me er ook op een mentaal niveau vrij en klaar voor. Voor uitvoeringen vergreep ik me weleens aan de verschillende vormen van ritueel bijgeloof in de operawereld. Zo at ik op de dag van de opvoering steeds dezelfde lunch, of nam ik elke keer dezelfde weg naar het theater – anders zou er iets grondig misgaan. Dat is de menselijke hang naar controle, iets wat uiteraard meteen wegvalt wanneer je het podium opkruipt: je weet nooit wat er exact zal gebeuren tijdens zo’n live-uitvoering. Na een aantal jaren in het vak voelt het goed om zulke rituelen los te laten – er zijn immers zoveel wegen naar het theater (lacht). Misschien is het wel tijd voor een nieuw ritueel?’

Lees dit artikel ook in het OBV-magazine

Foto top: Simon Pauly

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons