Een duivelse weddenschap
In de hemel sluit de duivel Mefistofeles een weddenschap af met God. Terwijl die laatste rotsvast gelooft in de goedheid van de mens, beweert Mefistofeles dat ratio en intelligentie de mensheid alleen ellende hebben gebracht. Als casus richten ze hun pijlen op Faust, een ontgoochelde geleerde die tevergeefs op zoek is naar waarheid en betekenis. Zolang hij leeft, mag Mefistofeles hem in de verleiding proberen te brengen. Mislukt dat, dan moet de duivel erkennen dat mensen het juiste doen, ondanks hun verborgen verlangens.
Op een dag verschijnt de duivel in Fausts studeerkamer en stelt voor hem weer te leren leven en genieten. Volgens Faust heeft de hele onderneming weinig kans op slagen. Meer zelfs, hij daagt op zijn beurt de duivel uit. Als Mefistofeles zijn ontevredenheid één moment kan wegnemen, dan legt Faust zijn ziel in de handen van de duivel. En zo geschiedt: Mefistofeles neemt Faust op sleeptouw.