Je zong Sesto’s bekendste aria al tijdens concerten voor je de hele rol leerde. Wat sprak je zo aan?
Mozart was altijd al een van m’n meest geliefde componisten en ik kende La clemenza di Tito al lang uit het hoofd nog voor ik de rol van Sesto begon in te studeren. Ik luisterde voortdurend naar de opera en het was m’n droom Sesto ooit te zingen. Toen ik studeerde bij de beroemde Italiaanse sopraan Renata Scotto, werd Sesto leren ook een opdracht van haar. We werkten samen aan de Mozartiaanse zangstijl en zochten naar de kristalheldere zuiverheid die zo’n rol vraagt. Mozart zingen is erg verschillend van het zingen van belcanto, waarin ik vooral gespecialiseerd ben. Al vormen opera’s zoals Mozarts Don Giovanni of ook zijn La clemenza al een brug richting belcanto door de grote muzikale en passionele emotionaliteit die erin vervat ligt.
Wie is Sesto voor jou?
Aan het begin van de opera ontmoeten we Sesto als een tiener, een passionele jongeman die verblind is door zijn liefde voor de adellijke Vitellia. Hij kent ook een diepe vriendschap voor keizer Tito. Vitellia wil Tito vermoorden om zelf aan de macht te komen en ze vraagt Sesto’s hulp, wat hem in een diepe innerlijke tweestrijd doet verzinken. Uiteindelijk overwint zijn liefde voor Vitellia en helpt hij haar met een aanslag op de keizer. In het tweede bedrijf zien we hem opgroeien. De fouten die hij maakte en het lijden dat dat voor hem teweegbracht, laten hem tot inzicht komen. Hij denkt dat hij ter dood veroordeeld wordt en moet zich op het einde voorbereiden.