‘Ik heb hen leren kennen toen ze bij ons als studenten meededen aan tekstlezingen van theaterstukken’, herinnert Guy Cassiers zich. Toen hij artistiek leider was van Het Toneelhuis, nam hij de Bergmannen – zoals ze ook liefdevol genoemd worden – onder dak. ‘Dat was op basis van die voorstelling 300 el. Het was meteen duidelijk dat die jonge gasten op grote schaal dachten en multimediaal. Het Toneelhuis leek me een goede plek voor hen.’
Vandaag is het collectief iets kleiner. Matteo Simoni en Bart Hollanders zijn geen vaste leden meer. De ambitie én de internationale erkenning werden echter alleen maar groter. Ze staan bekend om hun grootse producties, al dan niet met levende dieren op de scène, en beperken zich niet meer tot theater, maar maken ook opera en tentoonstellingen. Voor hen betekent ‘op tournee’ niet enkel de Vlaamse stadstheaters en cc’s, maar ook staande ovaties op festivals in Avignon of het Australische Adelaide. De tot nu toe belangrijkste theaterprijs die ze mochten ontvangen, is de prestigieuze Zilveren Leeuw op het Theaterfestival van Venetië voor hun voorstelling Het Land Nod. Ze zijn het eerste Vlaamse theatergezelschap dat zo’n leeuw op de schoorsteenmantel mag zetten.
‘Al van in het begin legden ze de lat onvoorstelbaar hoog’, zo gaat Cassiers verder, al moest hij toch even slikken toen FC Bergman voorstelde om de parterre van de Bourlaschouwburg onder water te zetten voor hun productie Van den Vos. ‘Al hun voorstellingen waren in feite onhaalbaar voor Het Toneelhuis, niet enkel financieel maar ook qua mankracht. Maar ze slagen er altijd in om iedereen te overtuigen en mee te nemen in hun verhaal. Ze gaan er telkens 200 procent voor, relativeren zichzelf niet weg. Dat is zeer on-Vlaams.’