Robert Carsen
Na zijn eerste eclatant succes met Mefistofele werd de jonge Robert Carsen uitgenodigd door Marc Clémeur om, samen met dirigent Silvio Varviso, een volledige Puccini-cyclus in Opera Vlaanderen te realiseren. Deze cyclus betekende de internationale doorbraak voor zowel Robert Carsen als voor het operahuis. Vandaag behoort Robert Carsen tot een van de meest gevraagde regisseurs met producties in huizen zoals de Metropolitan Opera, de Wiener Staatsoper, de Scala en festivals zoals het Glyndebourne Opera Festival.
De Canadese regisseur Robert Carsen werkt over de hele wereld als regisseur van musicals, toneelvoorstellingen en opera’s. HIj was onder meer werkzaam bij Teatro all Scala Milaan, De Munt/La Monnaie, English National Opera, Metropolitan Opera New York en Opéra national de Paris. Tevens werkte hij als ontwerper en artistiek leider aan diverse tentoonstellingen. Een greep uit zijn meest spraakmakende operaproducties: Don Giovanni (La Scala), The Turn of the Screw (ook als ontwerper, Theater an der Wien), A Midsummer Night’s Dream (Aix-en-Provence), Pikovaja Dama (Zürich), een Janáček-cyclus voor Opéra national du Rhin, Ariadne auf Naxos (München), L’incoronazione di Poppea en Rinaldo (Glyndebourne), Iphigénie en Tauride (Chicago, San Francisco, ROH Covent Garden, Madrid), La traviata (Venetië), Der Ring des Nibelungen (Keulen, Venetië, Shanghai, Barcelona). Bij Opéra national de Paris regisseerde hij o.m. Tannhäuser, Alcina, Les Contes d’Hoffmann, Rusalka, Capriccio en Die Zauberflöte. Recente producties zijn Falstaff (ROH Covent Garden, MET New York, La Scala), Singin’ in the Rain en My Fair Lady (Théâtre du Châtelet Parijs), Platée en Les Fêtes Vénitiennes (Opéra Comique Parijs). Bij De Nationale Opera Amsterdam regisseerde hij Dialogues des Carmélites, Fidelio, Carmen en Falstaff. Toekomstige projecten zijn onder meer Agrippina (Theater an der Wien) en Don Carlo (Straatsburg). In Opera Vlaanderen tekende Robert Carsen voor de spraakmakende Puccini-cyclus waarvan deze La Bohème een onderdeel is en voor indringende lezingen van Het sluwe vosje, Kát’a Kabanová en Jenůfa.