Voorgeschiedenis

De Griekse troepen hebben zich in Aulis verzameld om ten strijde te trekken tegen Troje. De wind is echter gaan liggen en de vloot raakt de haven niet uit. De legeraanvoerder Agamemnon hoort van een ziener dat de windstilte te wijten is aan de woede van de godin Diana. Zij eist van hem een zoenoffer: hij moet zijn dochter Ifigeneia doden. Agamemnon laat Ifigeneia naar Aulis komen en brengt haar naar het offerblok. Op het laatste nippertje redt Diana het meisje, terwijl Agamemnon in haar plaats een ree offert. Ifigeneia is verdwenen; iedereen denkt dat ze dood is en niemand weet dat ze als priesteres van Diana voortleeft in Tauris.

Eerste bedrijf

Een onweer breekt los. De priesteressen smeken de goden hen niet langer te verplichten mensenoffers te brengen. Hoewel het onweer voorbij trekt, blijft Ifigeneia innerlijk onrustig. Ze heeft de vorige nacht van haar familie gedroomd: haar vader Agamemnon werd vermoord door zijn echtgenote Klytaimnestra, die daarna Ifigeneia wilde overhalen haar eigen broer Orestes te doden. Thoas, vorst van Tauris en koning van de Scythen, eist dat Ifigeneia nieuwe mensenoffers brengt. Hij verneemt van een orakel dat hij ooit gedood zal worden door een vreemdeling. Bang om te sterven beveelt hij alle vreemdelingen te doden die voortaan op de kust van Tauris aanspoelen. Hij wil ook de twee jonge Grieken laten offeren die net aan de kust werden aangetroffen. Niemand kan vermoeden dat dat Ifigeneia's broer Orestes en zijn vriend Pylades zijn.

Tweede bedrijf

Orestes wordt gekweld door vreselijke schuldgevoelens. Hij heeft zijn moeder gedood en voelt zich nu verantwoordelijk omdat zijn enige vriend hem in de dood zal moeten vergezellen. Pylades, van zijn kant, vindt troost in de gedachte dat hij samen met Orestes begraven zal worden. De twee gevangenen worden gescheiden. Orestes, alleen gebleven, wordt in zijn slaap gekweld door de wraakgodinnen, de Eumeniden. Hij schrikt wanneer zijn dode moeder aan hem verschijnt. Bij zijn ontwaken ziet hij Ifigeneia, die haar gevangene komt ondervragen. Ze wil weten waar hij vandaan komt en verneemt dat hij, net als zij, afkomstig is uit Mykene. Wanneer ze hem vragen stelt over de koninklijke familie, hoort ze dat Agamemnon gedood werd door Klytaimnestra en dat haar broer zich voor die moord gewroken heeft op zijn moeder. Orestes zelf is ook dood en enkel Ifigeneia’s zus Elektra leeft nog in Mykene. Ifigeneia is wanhopig, want haar voorgevoelens zijn uitgekomen: haar familie is afgeslacht en van Orestes kan ze ook niets meer verwachten.

Derde bedrijf

Ifigeneia is van plan om Thoas' wil te trotseren door slechts één van de twee gevangenen te offeren. De andere moet zich naar Mykene haasten met een brief voor haar zus Elektra. Na lang twijfelen beslist Ifigeneia uiteindelijk Pylades te offeren. Orestes voelt zich beroofd, want hij wil sterven om bevrijd te worden van zijn innerlijke kwellingen. Hij dwingt Ifigeneia terug te komen op haar beslissing. Ze geeft de brief voor Elektra aan Pylades die, alleen gebleven, zweert dat hij zijn vriend zal redden.

Vierde bedrijf

Ifigeneia is beducht voor het offer, terwijl Orestes zijn nakende dood als een bevrijding ziet. Ifigeneia's mededogen ontroert hem. Terwijl de jonge vrouw zich opmaakt om Orestes te doden, betreurt die laatste dat hij dezelfde offerdood moet sterven als ooit zijn zus Ifigeneia. Broer en zus herkennen elkaar. Thoas is op de hoogte van Ifigeneia's verraad en eist dat het slachtoffer onmiddellijk gedood wordt. Dat Orestes Ifigeneia's broer is, kan hem niet deren. Thoas grijpt zijn mes om hen zelf te doden, maar Pylades, ondertussen teruggekeerd, komt tussenbeide en steekt de koning neer. Er dreigt onrust, tot de godin Diana verschijnt en de wil van de goden verkondigt: Orestes wordt bevrijd van zijn schuldgevoel en keert samen met Ifigeneia terug naar Mykene.

Repetitiebeelden ©Annemie Augustijns