Madama Butterfly in spiegelbeeld

Dit jaar is het honderd jaar geleden dat Giacomo Puccini in Brussel overleed. Een goede aanleiding om hem te herdenken met een van zijn populairste werken: Madama Butterfly – dat bovendien 120 jaar geleden in wereldpremière ging. De regie en vormgeving zijn in handen van het Argentijnse duo Mariano Pensotti en Mariana Tirantte. Of zit ene Maiko Nakamura aan de knoppen?

door Wilfried Eetezonne en Koen Bollen / foto's Nora Lezano, di 9 apr 2024

MG 7440

‘Als Argentijnen weten we zeer goed hoe ergerlijk zulke clichés kunnen zijn. We dansen niet allemaal de tango’

Mariano Pensotti

Wanneer Puccini in 1900 in Londen is voor de première van zijn Tosca, gaat hij naar het theaterstuk Madama Butterfly: A Tragedy of Japan van de Amerikaanse theaterauteur en -vernieuwer David Belasco kijken. Puccini’s kennis van het Engels was beperkt, maar toch voelde hij aan dat hij naar iets zat te kijken waar een opera in zat. ‘Het was alsof je benzine op vuur goot’, schreef de componist later. Als we Belasco mogen geloven, stormde Puccini na de voorstelling op hem af om onmiddellijk de rechten te vragen. ‘Ik gaf meteen toe en vertelde hem dat hij eender welk contract mocht opmaken… Het is moeilijk praten over zaken met een impulsieve Italiaan die tranen in zijn ogen heeft en zijn armen rond je hals’, schreef David Belasco jaren later.

Iedere operaliefhebber kent het verhaal van het Japanse meisje Cio-Cio San die haar hart geeft aan de Amerikaan Benjamin Pinkerton, die het vervolgens zal vertrappelen. Regisseur Mariano Pensotti en zijn vaste ontwerpster Mariana Tirantte zijn nieuwkomers in de wereld van de opera. Hun biotoop is die van het (locatie)theater, de film en grote multimediale installaties. Hun producties brachten ze al met veel succes naar het Brusselse Kunstenfestivaldesarts en naar De Singel. Madama Butterfly is de tweede opera waar ze zich aan wagen.

Hoe is het voor jullie als theatermakers pur sang om met opera aan de slag te gaan?

Mariana Tirantte: Voor ons is opera een hele andere manier van werken. In onze theaterstukken vertrekken we nooit van bestaande teksten. We schrijven ons materiaal zelf en meestal doe ik dat. Werken met een partituur en een libretto waar je niets aan mag veranderen is ongewoon voor ons…

Mariano Pensotti: … maar eigenlijk best bevrijdend. Alles ligt vast, wat ons de mogelijkheid geeft ons volledig te focussen op de regie.
Madama Butterfly is bovendien fantastisch geschreven. Niet alleen de muziek die we allemaal kennen, maar ook het verhaal zit dramaturgisch zo goed in elkaar dat je niets kan weglaten of veranderen. Het is de perfecte Hollywoodfilm. Het is een complex verhaal en voor onze tijd erg controversieel. Een Amerikaan koopt een huis en krijgt er een vijftienjarige bruid bij die verliefd op hem wordt. Als je daar met hedendaagse ogen naar kijkt, is dat erg problematisch. We vroegen ons af: hoe kunnen we dit verhaal vertellen op een nieuwe manier die het dichter bij de wereld van vandaag brengt. Zo begonnen we te werken rond het thema ‘de ander’. Cio-Cio San doet hard haar best iemand anders te worden. Ze breekt met haar familie, haar religie, verandert haar naam… Ze wil een Amerikaanse vrouw worden. Je zou kunnen zeggen dat ze eerder verliefd is geworden op het streven naar haar nieuwe identiteit dan op Pinkerton. Dat is een erg eigentijds idee. Als Butterfly uiteindelijk Kate Pinkerton ontmoet, is ze een kopie van haar. Daarom spelen we in onze regie met spiegels.

Jullie schreven een nieuwe raamvertelling over de Japanse regisseur Maiko Nakamura die Madama Butterfly regisseert en zich aan haar spiegelt. We hebben de naam van de regisseur Nakamura gegoogeld, maar ze bestaat niet. Jullie hebben haar leven en carrière volledig verzonnen. Waar komt ze vandaan?

Mariana: (lacht) Wat goed dat jullie haar hebben opgezocht. Dat is een teken dat het verhaal werkt. We wilden respectvol omgaan met de opera Madama Butterfly. De raamvertelling geeft ons de mogelijkheid een hedendaagser personage op te voeren. Maiko Nakamura is een eigentijdse versie van Cio-Cio San. Ze groeit op in Japan, volgt haar grote liefde naar Frankrijk waar ze operaregisseur is en ook iemand wordt die ze niet is. Ook voor haar loopt het dramatisch af.

Van Madama Butterfly wordt gezegd dat het gebaseerd is op waargebeurde feiten – wat twijfelachtig is. Hier kijken we naar een echte regie van dat verhaal door een fictieve regisseur in het theater, wat sowieso de plek van de leugen is. Van een mindfuck gesproken.

Mariano: (lacht) Dat is het inderdaad. Dat maakt het ook zo relevant voor vandaag. We leven meer en meer in een wereld waar het onduidelijk wordt wat nog waar is en wat niet. In ons werk zoeken we die grens bewust op. Niet om het publiek te verwarren, maar om het perspectief te verleggen. Daarom ook vormen spiegels een belangrijk element in deze productie. Een spiegelbeeld laat je niet enkel jezelf zien, het is ook een vervormd beeld. Het geeft een ander perspectief. Je kan de raamvertelling van Maiko zien als een voice-over bij een film. Het vormt een extra laag in de voorstelling. We gebruiken zelden video in theaterproducties, maar we proberen wel om technieken uit de film toe te passen op de theaterscène.

Jullie refereren ook aan de film Hiroshima mon amour van Alain Resnais.

Mariano: Ja, ook dat was een inspiratiebron en dan vooral het mooie gebruik van zwart-wit in die film. Eigenlijk is onze Madama Butterfly een zwart-witfilm op de scène. Het kleurenpalet is monochroom.

Mariana: Daardoor trapten we ook niet in Japanse clichés van kersenbloesems en kimono’s. Enkel de kostuums hinten naar eigentijdse Japanse mode.

Mariano: Als Argentijnen weten we zeer goed hoe ergerlijk zulke clichés kunnen zijn. We dansen niet allemaal de tango.

Jullie werken als artistiek duo al lang samen. Hoe hebben jullie elkaar gevonden?

Mariano: We hebben samen gestudeerd zo’n twintig jaar geleden en Argentinië zat toen in een diepe politieke, sociale en economische crisis. Het theater was nogal conventioneel en behandelde enkel burgerlijke of familiale thema’s. Wat wij zagen op de straat en in de realiteit vonden we veel boeiender dan wat op de planken te zien was. We begonnen locatieprojecten te maken. We wilden onze fictie in de realiteit brengen en zien wat het effect zou zijn. Nu zijn we een productiehuis dat theater, film en installaties maakt.

Jullie maakten een eerste versie van deze productie voor de Opéra national du Rhin in volle coronatijd. Dat betekende dat jullie niet mochten reizen. Hoe hebben jullie toen geregisseerd?

Mariano: We volgden het repetitieproces vanachter de computer en probeerden zo goed mogelijk regieaanwijzingen te geven. Het was niet eenvoudig, want je moest twee meter afstand houden tussen de zangers en er golden beperkingen voor het koor. Nu we de kans hebben om de productie bij jullie opnieuw te regisseren, kunnen we gelukkig eindelijk de opera maken zoals we die oorspronkelijk voor ogen hadden.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons