In bijna alle grote Europese steden werden operahuizen gebouwd op centrale pleinen, in de omgeving van scholen, naast het stadshuis, het gerechtsgebouw – zoals in Gent – of in de nabijheid van een station – zoals in Antwerpen. Niet toevallig dus dat Opera Ballet Vlaanderen verhalen vertelt over wat er zich allemaal rondom ons afspeelt. En jongeren spelen een cruciale rol in die verhalen over vandaag en morgen. Vandaar dat we binnen deze inspiratiepagina zullen focussen op de hedendaagse relevantie van de voorstelling waar jullie naar komen kijken. Hop hop!
Opera, ballet en vonk?
Gesamtkunstwerk, samen iets groots vertellen: ontdek op onze scholenpagina meer over de ontstaansgeschiedenis van onze totaalkunstvormen, hoe vernieuwing al van bij het begin vervat zit in het dna van opera en ballet en hoe een cultuurorganisatie als OBV nu concreet werkt?
1. Het verhaal: Cio-Cio-San droomt van een ander leven
Beeld je in: je bent een vijftienjarig meisje dat opgroeit in een familie die ooit erg rijk was maar nu aan lager wal is geraakt. Je groeit op in Nagasaki, Japan, in een cultuur waarin eer een van de hoogste waarden is. Dat eervol leven leiden betekent voor de gesloten gemeenschap waarin je opgroeit dat je vele strenge regels en beperkingen moet volgen. Die hardheid oefent een enorme druk uit op jou en vooral dan op je persoonlijke wil om eigen beslissingen te maken en om vorm te geven aan je eigen leven op een wijze die jij zelf goed vindt…
Dat is het verhaal van Cio-Cio-San - die ook wel Butterfly (vlinder) genoemd wordt. Op een dag komt de Amerikaanse luitenant Pinkerton aan in Nagasaki. Hij koopt er een huis en volgens het Japanse recht krijgt hij er een bruid bij - een jong meisje in dit geval Butterfly. Het contract dat Pinkerton afsluit, is maandelijks opzegbaar. Pinkerton wordt gewaarschuwd. Butterfly neemt dit huwelijk veel ernstiger dan hij. Zij is écht verliefd op Pinkerton en wil haar leven met hem doorbrengen. Pinkerton ziet dit huwelijk als iets kortstondigs - hij heeft namelijk in Amerika al een verloofde waar hij mee wil trouwen. En zo gebeurt het: Pinkerton reist terug naar Amerika en Butterfly blijft alleen achter. Wanneer hij vertrekt, weet hij echter niet dat Butterfly zwanger is van hem…
Dit is het verhaal tot aan de pauze. In het tweede deel van de voorstelling zien we hoe Butterfly in Nagasaki blijft hunkeren naar de terugkomst van Pinkerton. Helemaal op het einde komt Pinkerton mét zijn nieuwe vrouw terug naar Japan. Dat deze opera tragisch afloopt, kan je wel raden…. Het einde is - zoals bij veel opera’s - absoluut geen happy end.
2. Het hoofdthema: identiteit
Butterfly wijst uit liefde voor Pinkerton haar geloof af en wordt christen. Ze richt haar huis op een Amerikaanse wijze in en ze wil zelfs Mrs Pinkerton genoemd worden. Dit gaat te ver voor haar gemeenschap: ze wordt verstoten. Nadat Pinkerton vertrokken is, moet ze alleen verder leven. Ze voedt haar zoontje alleen op, dat ze Dolore noemt. ‘Dolore’ is Italiaans voor ‘verdriet’. De enige die Butterfly bijstaat is haar bediende, Suzuki.
Butterfly lijkt bijna meer verliefd te zijn op de gedachte Amerikaanse te worden. Ze wil een heel ander leven leiden, dan dat ze nu leidt. Butterfly wil iemand anders worden dan wie ze is. Ze droomt van een Amerikaans leven, wat we een American dream noemen. Aan het einde kleedt Butterfly zich zelfs helemaal zoals Kate Pinkerton - de nieuwe vrouw van Pinkerton. Butterfly wil Kate’s leven maar begrijpt dat het onmogelijk is. Butterfly toont ons de verschillende dynamieken die bij identiteitsvorming komen kijken, de gelaagdheid van een eigen identiteit en die van de ander…
3. Het ontstaan: van kortverhaal tot opera
Aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw publiceerden verschillende Europese reizigers hun verhalen over de exotische plaatsen waar ze waren geweest, zoals Japan. Deze verhalen leidden tot een golf van exotisme en Japonisme in kunst en literatuur. Aan de ene kant werd Japanse kunst bewonderd om zijn eenvoud en puurheid, aan de andere kant werd de oosterse vrouw vaak als sensueel en zelfs kinderlijk afgebeeld. Dit leidde tot het populaire thema van de westerse man die een oosterse vrouw wil trouwen, wat ook de kern vormt van Puccini’s Madama Butterfly.
Giacomo Puccini baseerde zich op verschillende teksten om zijn opera te componeren, waaronder Madame Chrysanthème van Pierre Loti. Het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten en lijkt heel hard op Madama Butterfly. Alleen keek Loti neer op de Japanse cultuur. Hij lachte de Japanners uit door ze bijvoorbeeld te laten stotteren of het hoofdpersonage ietwat dom neer te zetten. Als reactie op die kleinerende portrettering van Loti, gingen andere auteurs aan de slag om een gelijkaardig verhaal te schrijven waarin de oosterse personages niet langer uitgelachen worden maar als gelijkwaardig aan westerlingen beschouwd worden. Zo ontstond Madama Butterfly, eerst als roman, dan als theaterstuk en uiteindelijk werd het een opera.
De basis van Puccini’s opera ligt dus bij zowel bestaande positieve verhalen als ook een eerder negatief verhaal over Japan. Deze veelheid maakt het zo interessant om het vandaag opnieuw te onderzoeken en te bekijken/beluisteren.
4. De muziek: Italiaans verismo en invloeden uit het Verre Oosten
Giacomo Puccini is een van de beroemdste Italiaanse componisten van het einde van de 19e en begin 20e eeuw wiens werk nog erg vaak wordt opgevoerd. In de top tien van meest opgevoerde opera’s aller tijde komt hij maar liefst drie keer voor! Het is dit jaar ook 100 jaar geleden dat Puccini stierf in Brussel.
De kracht van Butterfly ligt meer in de muziek dan in het verhaal. Muziek geeft in opera altijd een bepaalde lading aan het verhaal, het is nooit zomaar achtergrond. Puccini schreef muziek voor Butterfly die zo moeilijk is dat een vijftienjarige die nooit zou kunnen zingen. Dat op zich is al een kritiek. We zien geen vijftienjarige meisje als zangeres maar wel een volwassen vrouw. Deze keuze benadrukt de universele en tijdloze kwaliteit van Butterfly’s karakter. Ze is meer dan het meisje in het verhaal: wie weet herken je iets van jezelf in haar.
Ondanks dat Puccini zelf nooit Japan bezocht, bestelde hij opnames van Japanse volksdeuntjes en sprak hij met mensen die Japan goed kenden om de muziek authentiek te maken. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat sommige van deze melodieën eerder Chinees zijn of uit een andere regio komen, maar Puccini koos ervoor ze te behouden omdat hij het beter vond passen. Als je goed luistert, hoor je bij momenten de melodie van het Amerikaanse volkslied. Puccini gebruikte dat een paar keer als het in de opera over Pinkerton gaat of als Pinkerton zelf zingt.
De mooiste en beroemdste aria van Madama Butterfly heet Un bel di, vedremo. (Italiaans voor Op een mooie dag zien we wel…) Het wordt gezongen door Butterfly als Pinkerton al vertrokken is en ze zich inbeeldt dat hij terugkomt. Er spreekt een enorm verlangen uit.
Verismo is de Italiaanse term voor de muziek van rond 1900 waarin opera’s niet langer goden en keizers centraal stellen maar alledaagse mensen zoals Butterfly en Pinkerton. De dirigent roept op om zulke verismo-opera’s met een hedendaagse blik te bekijken en onszelf te herkennen in de alledaagse situaties van de personages, ook al zijn die meer dan 100 jaar oud.
5. De regie: De ander als spiegel van jezelf
De Argentijnse regisseur Mariano Pensotti kreeg de opdracht om Madama Butterfly, een opera die al 120 jaar oud is, opnieuw op de planken te brengen. In plaats van traditionele Japanse gebouwen, kerselaars en kimono’s koos hij voor een ruimte die alles zou kunnen zijn, die eender welke plaats en tijd zou kunnen voorstellen. Alles is daarom ook in zwart en wit.
Pensotti benadrukt het idee dat Butterfly iemand anders wil zijn, en gebruikt een metaforische spiegel om deze vervorming uit te drukken. Het huis van Butterfly is daarom ook heel belangrijk: in het begin is het huis bekleed met spiegels, daarna verandert het en bestaat het uit vele verschillende semi-transparante panelen waardoor je niet goed kan kijken. Op het einde transformeert het huis opnieuw en hangt het ondersteboven en drukt als het ware vanuit de hoogte op Butterfly.
Deze visuele symboliek illustreert de vervormde spiegelbeelden op drie niveaus:
Puccini’s eigen vervormde representatie van Japan.
Butterfly’s verlangen om haar identiteit te veranderen en iemand anders te worden.
Pensotti’s eigen creatieve vervorming die gepersonifieerd wordt door Maiko Nakamura: een fictieve regisseur wiens verhaal via tekstprojecties wordt verteld. Nakamura zit middenin een identiteitscrisis. Ze voelde zich verplicht altijd opnieuw Madama Butterfly te regisseren op een Japanse traditionele wijze. Opeens wil ze dat niet meer en maakt ze zogezegd dus de opvoering die jullie nu zien.
Heb je nog vragen?
Misschien heb je nog vragen of suggesties over hoe je met deze thema's aan de slag kan gaan. Mail ons via educatie@operaballet.be