'Er is werk aan de winkel'

Interview met regisseurs Ersan Mondtag en Johan Simons

door Maarten Boussery / foto's Bart Grieten & Thomas Meyer, do 25 apr 2024

240228tm17

De theatermakers Johan Simons en Ersan Mondtag brengen in het nieuwe seizoen respectievelijk Wozzeck en Salome, twee opera’s met een oproep voor de toeschouwer. Wat houdt die oproep in en welke rol heeft kunst te spelen in het publieke debat? Wat maakt opera een krachtig middel om mensen wakker te schudden? ‘We hebben niet de luxe ons louter met onschuldige, troostende schoonheid bezig te houden.’

‘Wanneer we op het einde van Wozzeck een ouderloos kind zien spelen en hop hop horen roepen, zie ik daar een oproep in om ondanks alles naar de toekomst te kijken’

Johan Simons

Wanneer Johan Simons terugdenkt aan een van zijn eerste ontmoetingen met Ersan Mondtag, kan hij een lichte grijns niet onderdrukken. Mondtag was een kersverse student aan de Otto Falkenberg Schule, de theaterschool die verbonden is aan de Münchner Kammerspiele. Simons was artistiek leider van het theatergezelschap. ‘We repeteerden aan een nieuw stuk toen Ersan plots met enkele medestudenten de boel kwam verstoren’, vertelt hij. Mondtag herinnert zich het moment levendig: ‘Ik liet vijf mensen naakt de zaal binnenrennen en in een kringetje rond de acteurs dansen. Johan stormde al scheldend het podium op en probeerde ons te stoppen. Ik heb daar een video van gemaakt die de Zevende Symfonie van Beethoven als dramatische soundtrack kreeg. Op school keken veel studenten zonder enige reflectie op naar grote theatermakers zoals Johan. Ik wilde door de heiligheid rond zijn persoon prikken en een statement maken: wij kunnen als studenten meer doen dan alleen anderen bewonderen. Het leidde tot een hevige rel. Ik moest me bij de directie verantwoorden – al viel het achteraf gezien allemaal wel mee. Als ik erop terugkijk, vind ik het vooral een grappig incident.’

Ook Simons kon er nadien snel om lachen. ‘Eigenlijk kwam Ersan vragen waarmee we in godsnaam bezig waren, dat kan ik hem toch niet kwalijk nemen? Ik heb zelf ook altijd mijn kont tegen de krib gegooid in mijn werk, en dat doe ik nog steeds.’ Hoewel beide regisseurs heel verschillende voorstellingen maken, zijn het de rebellie en de vraag naar het waarom die hen verbinden. ‘Als kunstenaar wil ik mensen nieuwe inzichten geven’, zegt Simons. ‘Een onmogelijke gedachte kan door middel van kunst ineens een mogelijkheid worden. Kunst kan een andere blik op de maatschappij bieden en alternatieven voorstellen. Ze kan wakker schudden. Dat is dringender dan ooit, we hebben niet de luxe ons louter met onschuldige, troostende schoonheid bezig te houden.’ Dat kunst meer moet zijn, is een premisse die ook Mondtag stelt. ‘Kunst verdiept en legt nieuwe verbanden. Je kan er de tijd nemen om over zaken na te denken en oorzaken te analyseren. Dat is het grote verschil met politiek: daar horen we vooral meningen die inzetten op snelle oplossingen. We kunnen die meningen passief consumeren, of we kunnen als publiek actief meedenken door in dialoog te treden met wat op een scène gebeurt.’

In tijden waarin de ene oorlog na de andere uitbreekt, de ongelijkheid almaar toeneemt en het extremisme de kop opsteekt, lijkt kunst ons meer dan ooit bij de pinken te moeten houden. ‘Ik heb als artistiek leider van verschillende gezelschappen oeverloos vergaderd over welk repertoire we zouden moeten brengen’, vertelt Simons ‘De tijd dat je met je team lang moest zoeken naar de juiste maatschappelijke thema’s waarvoor je je verantwoordelijkheid wilde opnemen, is voorbij. Vandaag is het duidelijk: racisme, sociale ongelijkheid, klimaat… Er is werk aan de winkel.’ ‘Er waren altijd al oorlog en sociale ongelijkheid, alleen krijgen we die problemen in onze contreien niet altijd te zien’, aldus Mondtag. ‘Het voortdurende onrecht in de wereld komt nu dichter en wordt tastbaarder. Kunst heeft niet de taak almaar de wereldpolitiek te behandelen, maar moet wel vanuit het dagelijkse leven vertrekken en via haar kernwaarden, zoals schoonheid en poëzie, mensen samenbrengen. Oorlog of niet, kunst moet een vrijplaats creëren waar mensen elkaar ontmoeten en waar verbinding wordt aangesterkt. Daarin ligt al een groot deel van de oplossing.’

HOP HOP

Een wake-upcall om niet bij de pakken te blijven neerzitten, daarrond draait het nieuwe seizoen van Opera Ballet Vlaanderen. Ook de voorstellingen die beide makers in ons huis brengen, belichamen die gedachte. ‘Ik heb al meerdere malen het verhaal van Wozzeck als theaterstuk op de planken gebracht. Telkens opnieuw heb ik het gevoel dat ik er niet helemaal uit kom wat Wozzeck nu eigenlijk zegt’, meent Simons. ‘In de operabewerking van Alban Berg werkt de muziek gelukkig enorm inspirerend. Ze helpt om volledig in het hoofd van Wozzeck te kruipen. Ik vind hem een gevaarlijke figuur, omdat hij iets lijkt te begrijpen van het leven dat wij missen. In tegenstelling tot de andere personages, die lineair en horizontaal denken, beweegt Wozzeck zich verticaal. Zijn andere manier van denken krijgt geen aandacht, wat zich omzet in woede en teleurstelling. Bovendien bengelt hij onderaan de sociale ladder, wat de situatie nog gevaarlijker maakt. Hij staat aan de andere kant van een kloof en wordt niet gehoord. Dat onbegrepen perspectief wil ik tonen. Wozzeck is in die zin een appel om aan de overkant van de kloof, die ook onze samenleving tekent, te kijken naar wat daar aan de hand is. Ik kom zelf uit een eenvoudig milieu en ken de mensen aan Wozzecks zijde maar al te goed.’

Simons’ voorstelling neemt ons mee in de ondergangsgedachten die door het hoofd van de gemarginaliseerde Wozzeck spoken, maar niet worden erkend door de machthebbenden rondom hem. Een gelijkaardige apocalyptische situatie ontplooit zich in Mondtags Salome. ‘Ik verplaats de opera in een disfunctionele samenleving die op de rand van de afgrond staat en refereer in de scenografie aan een brutalistische sovjetarchitectuur’, legt hij uit. ‘De wereld van Salome, waarin Herodes als vazalkoning onder het Romeinse Rijk regeert, vertoont parallellen met die van pakweg president Loekasjenko in Wit-Rusland. Wat me het meeste interesseert, zijn de decadentie en het escapisme die heersen in het paleis van Herodes. De mensen die binnen die muren opereren, zien niet dat buiten de wereld aan het instorten is door opkomende revoltes. Salome is een prinses die zich in het paleis steendood verveelt en beseft dat het rijk waarin ze is opgegroeid geen belang meer heeft. Ze besluit het onmogelijke te eisen: het afgehakte hoofd van Johannes de Doper. Daardoor maakt ze van binnenuit het systeem kapot, maar haar manier van handelen is zo drastisch dat we niet weten waarin het eindigt. De voorstelling toont hoe makkelijk fanatici in een decadente wereld de macht kunnen overnemen. Er botsen verschillende vormen van fundamentalisme op elkaar, iedereen lijkt geradicaliseerd. Het gaat niet alleen om religieus fanatisme, ik denk bijvoorbeeld ook aan hoe vandaag rechtsradicale netwerken het politieke establishment omver willen werpen.’

Twee doembeelden dus, maar betekent dit dat we hop hop, de laatste woorden uit Wozzeck die het geschopt hebben tot het thema van het nieuwe seizoen, enkel pessimistisch kunnen benaderen? Beide theatermakers vinden van niet. ‘Hoewel op het einde van Salome alles ten onder gaat, zien we daarna weer de mogelijkheden, wanneer het doek valt’, zegt Mondtag. ‘Elke voorstelling eindigt bij de toeschouwers in de zaal: voor hun ogen speelde zich een rampscenario af, maar bij het applaus komen ze terug in de realiteit terecht. Hopelijk verlaat het publiek de opera met een geëngageerde gedachte als “dit wil ik niet, laten we erover waken dat dit ons niet overkomt en dat de samenleving anders evolueert”. In die zin draagt elke post-apocalyptische of tragische vertelling een positieve boodschap in zich, een oproep voor de toeschouwer.’ Simons vat het samen met een citaat van Luther: ‘Als ik wist dat morgen de wereld zou vergaan, zou ik vandaag een appelboompje planten.’ Wat de Nederlandse theatercoryfee maakt, staat in het teken van de hoop. ‘Als je zo eerlijk bent als Wozzeck, moet je toegeven dat het leven op zijn einde loopt. Maar wanneer we op het einde van Wozzeck een ouderloos kind zien spelen en hop hop horen roepen, zie ik daar een oproep in om ondanks alles naar de toekomst te kijken. We zien wel waar we eindigen, dat kan je enige houding zijn. Laat ons proberen zo goed mogelijk in de wereld te staan en er zo verantwoordelijk mogelijk in te leven, zodat we zo goed mogelijk eindigen.’

Johan Simons © Bart Grieten
‘De almaar diverser wordende middenklasse zal de komende jaren meer en meer invloed krijgen. Dat is de kerngroep voor wie ik iets maak, met hen zoek ik verbinding’

Ersan Mondtag


ONTWAKEN MET OPERA

Een oproep om naar de andere kant van de kloof te kijken en een waarschuwing voor radicalisme en fundamentalisme: komt dat binnen bij het publiek dat zich in het rode pluche van de rijkversierde operazaal nestelt? ‘Het klopt dat de Wozzecks van deze wereld vaak niet naar voorstellingen komen, om verschillende redenen’, zegt Mondtag. ‘Maar de mensen die er wel zijn, hebben meer invloed in de samenleving dan ze zelf vermoeden. Aan hen kunnen we zeker een oproep doen. We kunnen hen prikkelen in hoe ze de wereld bevragen en eventueel ook kunnen bijsturen. De almaar diverser wordende middenklasse zal de komende jaren meer en meer invloed krijgen. Dat is de kerngroep voor wie ik iets maak, met die mensen zoek ik verbinding. Dat doe je niet door hen te dwingen naar een oude vorm uit een lang vervlogen tijd te kijken, maar met behulp van een esthetiek en van thema’s die bij hun leefwereld aansluiten. Zo krijg je ze mee.’

Ook Simons vindt dat de cultuursector eerlijk moet zijn met zichzelf: ‘Ik had altijd het devies dat ik voorstellingen wilde maken voor mensen die nauwelijks in aanraking komen met het theater. Dat is me, denk ik, nooit gelukt en de kloof wordt naar mijn gevoel steeds groter. Ik sta ondertussen al lang niet meer aan Wozzecks kant van de scheiding. Ik zal proberen zijn ziel beter te begrijpen, maar helemaal zal mij dat nooit lukken. De kans is ook groot dat, mochten we Wozzeck tonen aan zij die aan de overkant staan, ze denken dat het hun petje te boven gaat. Dat wil niet zeggen dat iemand die nog nooit met opera in aanraking is gekomen het genre categorisch afwijst. Ik ken veel mensen die ineens geraakt werden door abstracte kunstvormen waarvan ze in wezen niet veel begrijpen, maar die hen intuïtief wel iets laten voelen. Opera kan een enorme impact hebben, net door de muziek. Daarom regisseer ik graag opera’s: als ik in een theatervoorstelling een gevoel op de planken wil brengen, heb ik daar soms drie dagen voor nodig. Bij opera lukt dat in enkele minuten, omdat de muziek je helpt bij de omzetting.’

Als je Mondtag vraagt naar zijn fascinatie voor opera, spreekt hij vaak over de hoeveelheid mensen en kunstvormen die betrokken zijn in het maakproces: ‘Hoe literatuur, muziek, mode en scenografie versmelten tot één kunstvorm heeft iets van een ritueel. Dat alles samen een spektakel vormt, vind ik indrukwekkend en is uniek binnen de kunsten.’ Net zoals Simons vindt Mondtag dat de muzikale dimensie van opera een dankbaar hulpmiddel is. ‘De muziek is belangrijker dan de regie, daarrond draait het. Bij een theatervoorstelling moet je als regisseur een dirigent zijn die het tempo bepaalt en een muzikaliteit uitvindt. Bij opera ben je daarvan vrijgesteld omdat het ritme van je voorstelling al voorbestemd is. Je kan je volledig op de inhoud en de spelcomponent focussen. Door die taakverdeling kan ik geconcentreerder mijn job uitoefenen. Daarom is het genre zo verrijkend.’

‘Als kunstenaar wil ik mensen nieuwe inzichten geven. Een onmogelijke gedachte kan door middel van kunst ineens een mogelijkheid worden’

Johan Simons

‘Muziek is absoluut leidend in opera, klaar’, zegt Simons stellig. ‘Je kan niet ineens wat noten laten verdwijnen of de boel herschikken. De compositie heeft zelf ook een idee. Dat maakt wel dat je als operaregisseur snel achterover zou kunnen leunen; ik vind operaregieën vaak lui. Omdat teksttheater een kale kunstvorm is, dwingt het theaterregisseurs diep te gaan en een sterke visie voor elk stuk te ontwikkelen. Die werkwijze is ook vruchtbaar voor een dwingende kunstvorm zoals opera: als je een opera onder handen neemt, breek je best het werk open zodat je een nieuwe ingang vindt. Dat zal ik ook doen met Bergs Wozzeck.’ Ook Mondtag staat te springen om met zijn interpretatie van Salome aan de slag te gaan: ‘Opera Ballet Vlaanderen is mijn heimat, ik heb er mijn allereerste operaregie gedaan. De mensen zijn fantastisch, het huis heeft de beste ateliers ter wereld en ik werk er bijzonder graag. Ik heb zin om weer thuis te komen in wat ik het perfecte operahuis vind.’


Opera nieuwe productie
|

Antwerpen | Gent

Salome

Richard Strauss

Info en tickets
a5cP6000002DNyfIAG-a0b5p00001Sm5B9AAJ

Opera nieuwe productie
|

Antwerpen | Gent

Wozzeck

Alban Berg

Info en tickets
a5cP6000000spNKIAY-a0b5p00001Sm5CCAAZ

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Volg ons